Mijn wintersport verhalen
Reisverslag Arabba 2016
Arabba 2016, een Siberisch weekje.
Vrijdag 15 januari 19.00 uur. De twee Peerenboom bussen stonden al op station Noord in Alkmaar op ons te wachten, één voor de beoefenaars van het voortbewegen door de sneeuw op smalle plankjes, de zogenaamde Noorse discipline en één voor de skiërs.
Als doorgewinterde busreiziger gaf ik mijn immer te zware, nostalgische V&D koffer routinematig af aan de chauffeur die deze met een behendige zwaai in de ingewanden van de bus zwiepte en stapte goedgemutst in de bus, ik zag veel bekende gezichten.
Ik zat samen met mijn (vaste) roommate Piet midscheeps in de bus, achter Fred.
Fred kent zo’n beetje alle pistes uit zijn hoofd en is daarom dé skigids voor luie mensen zoals ik, als je met Fred meegaat hoeft je nooit meer een blik op een pisteplan te werpen, deze oud kadastermedewerker is kaarten gewend en pisteplannen zijn natuurlijk ook kadastrale dingen ergo, gesneden koek voor Fred!
Na een halfuurtje rijden kwamen we bij de ons bekende stopplaats station Duivendrecht alwaar we de laatste ontbrekende skiërs aan boord haalden, de bemanning was compleet.
Agie en Cees konden helaas niet mee, vervelende omstandigheden waren daar debet aan maar Cees was toch nog even langs station Noord gekomen om ons uit te zwaaien en had heel attent ook nog een cadeau bij zich voor Fred die 20e januari jarig is, dus halverwege
deze skivakantie!
Toen Fred het cadeau in de bus uitpakte, hij kon niet wachten tot hij jarig was, vertoonde zijn gezicht een gelukzalige glimlach, het bleek een fles ‘zeewater’ te zijn, neen niet gewoon zeewater maar speciaal zeewater uit Egmond, een alcoholische versnapering gebrouwen door geheimzinnige Egmondse Druïden, een soort toverdrank van kruiden, verse vis, kreeft en een ‘snufje’ alcohol, deze drank is een neefje van Jutter Bitter en Schelvis pekel.
Deze ‘toverdrank’ werd door Fred met z’n naaste bus buren (waarvan ik er een van was)
met liefde gedeeld en zou ons gedurende de komende week van ongekende krachten voorzien had Cees ons voorspeld. Een tweede eigenschap had Cees niet verteld, je slaapt
er ook beter van, heel merkwaardig vond ik dat maar het bleek waar, ik sliep als een os op deze toverdrank!
Zaterdag 16 januari Rond 10.30 uur arriveerden we in Arabba, monter stapte ik uit de bus,
de Druïde drank had z’n werk goed gedaan, ik had opperbest geslapen en voelde ongekende krachten in mij opborrelen, dit zou een goede week worden!
Nadat ik de bagage structuurloos in onze kamer had ‘onder gebracht’ besloot ik vanwege het zonnige weer om ‘s middags al een rondje te gaan skiën en schafte zonder schroom de voordelige 65+ skipas aan, deze keer vroeg de lokettiste niet naar mijn paspoort, een inconveniënt truth want vorig jaar moest ik dit document nog wel laten zien!
Deze lowbudget skipas behelst slechts het bekende rondje om de Arabba kerk, niet prestigieus maar goed genoeg om lekker onder een stralende zon alvast wat in te skiën.
Tegen half vijf hield ik het voor gezien en via de nieuw aangelegde Arabba Flystoeltjes lift
(die de Sella ronde nu compleet maakt) ging ik terug naar mijntijdelijke verblijfplaats in hotel Porta Vescovo waar ik snel een verkwikkende douche nam en was ruim op tijd voor de gebruikelijke welkomstborrel ons aangeboden door het management van het hotel.
Ik liet mij net als de andere deelnemers aan deze reis de hapjes en drankjes goed smaken.
Na de welkomstborrel gelijk door naar het diner, druk, druk, druk en na het dessert besloot ik om het niet te laat te maken, het was voor zo’n eerste dag genoeg geweest, ik zocht m’n bedje op, morgen wachtte de eerste ‘echte’ ski-dag.
Zondag 17 januari Het eerste (overvloedig) ontbijt in hotel Porta Vescovo, het bestelde zacht gekookte eitje werd keurig aan de ontbijt tafel geserveerd door het attente en vriendelijke personeel van Porta Vescovo en was precies zoals gevraagd, 4 minuten, zacht gekookt, prima service, prima eitje.
Beneden in het ski lokaal bleek dat we met een gemengd twaalftal op pad gingen, best veel maar goed te doen.
Unaniem werd besloten om naar Sasso delle Croce (het heilige kruis) bij Pedraces te gaan in het zonnige Alta Badia gebied, een niet al te zware tocht, geknipt voor de eerste dag.
We gingen via de rode Alping afdaling naar La Villa, de zwarte Gran Risa, bekend van de wereldbeker reuzenslalom lieten we letterlijk links liggen, die was voor later in de week, we wilden het ‘opbouwen’.
Pedraces biedt een ruime keuze aan goede restaurants, rifugio Lèe, Nagler en Tana dell Orso waren ons al bekend en de keuze was daarom deze keer op de halverwege de Santa-Croce gelegen rifugio L’Tama gevallen, un buon rifugio zeggen de Italianen op TripAdvisor, eens een oude schuur waar geiten werden gestald maar nu smaakvol verbouwd en bomvol met lunchers.
Ik was zo wijs geweest om 2 tafels te reserveren, geen overbodige luxe als je met 12 skiërs binnen valt.
Veel streek gerechten met onuitspreekbare namen, ik twijfelde tussen de schlutzkrapfen (deegenvelopjes gevuld met spinazie) en de huisgemaakte Penne della casa, ik koos de
laatste, een was een smakelijk gerecht voor een vriendelijke prijs.
De terugreis liep door een onverwachte crash van Lenie anders danvoorzien, ze kwam door een stuurfout lelijk ten val, ze kon nog net naar La Villa skiën.
Van La Villa ging ze met een taxi terug gaan naar Arabba voor broodnodige medische verzorging.
John vergezelde Lenie terug naar Arabba, een taxi ritje van een klein half uur.
Aangekomen in Arabba bleek dat medische hulp alleen beschikbaar was in La Villa en zo
ging de heen en weer van start terug naar La Villa.
De avond was reeds gevallen toen Lenie en John, drie taxi ritten verder, weer arriveerden in het hotel, Lenie pijnlijk hinkend, haar duim gewikkeld in een hightech kunststof drukverband en voorzien van een ruime voorraad pijnstillers, dit zou het niet meer worden, een jammerlijk en voortijdig einde van een weekje skiën.
Maandag 18 januari. De thermometer van Arabba gaf – 16 °C aan, een frisse start, brr.
De Monte Pana was het doel voor vandaag en vanwege de ijzige kou had ik me (te)
warm aangekleed, met 2 thermo, 3 T- shirts en een pullover kon ik mij amper bewegen, ik
leek wel een Michelin mannetje, het geheel zat zo strak dat vanisolerende luchtlaagjes geen sprake meer was, deze fout zou ik niet meer maken sprak ik mijzelf vermanend toe.
De koffie break was bij rifugio La Brancia alwaar ik mijn favoriete drankje, een Amaretto calda con panna bestelde, de warme drank deed me goed.
Na stevig door skiën bereikten we de Monte Pana en haakten daarna aan op de groene Sella ronde via de Citi dei sasso (de stenen stad), een kluun stukje wat normaliter niet mijn favoriet is maar nu werd ik heerlijk warm van de extra inspanning.
Geluncht in het vrij nieuwe Sasso Levante restaurant en via de Belvedè terug naar Arabba waar we behoorlijk verkleumd aan kwamen, tijd voor de bar, tijd voor glühwein!
Dinsdag 19 januari, op naar het gebied van Val di Fassa.
Tot vorig jaar moest je dan eerst naar Canazei om dan op de bus naar Alba te stappen.
Nu kan je echter met de nieuwe gondel ‘col de Rossi’ rechtstreeks naar Alba.
Leuk voor een keer maar deze ‘heen’ route beslaat wel drie gondels achter elkaar, too much!
Aangekomen in Alba bracht de Ciampac gondel ons snel in het ski gebied van Val di Fassa, het was er niet druk en we bereikten dan ook ruim voor de lunch het Buffaure gebied waar de rode panorama en zwarte Vulcano pistes er goed bij lagen. We name beide pistes elk twee keer en gebruikten de lunch zoals meestal bij ristorante La Soldanelle, een prima restaurant waar ik een giga Wiener schnitzel voor een luttele € 7,- verorberde.
Terug naar Alba via de pittige zwarte afdaling van de Ciampac om daarna met de gondel Col de Rossi terug te keren naar het Belvedère gebied, dit is wel een grote verbetering ten opzichte van de altijd overvolle bus naar Canazei.
Vanaf de Col de Rossi nog even met sass Becè stoeltjes lift die je terug brengt naar de top van de Belvedere, vandaar in een ruk terug skiënd naar de après-ski ski borrel in Arabba om de dag ‘door te nemen’.
Woensdag 20 januari, de groep werd versterkt door Huib en Herman, twee nieuwe gezichten in de vereniging, beide voorzien van een prettig soort humor.
Herman had een een bescheiden voorraad witzen voorhanden o.a. de brandweer mop en de piloten mop. Na wat gepaste drang op Herman rolde de ‘piloten mop’ er uit tijdens de koffie break in Selva, de witz werd ‘smakelijk’ gebracht, hier komt ‘ie’.
“In een vliegtuig zegt de piloot, welkom aan boord let op het lampje riemen vast enz. enz. maar hij vergeet de intercom uit te schakelen en zegt tegen de copiloot, ik ga nu even poepen en als ik klaar ben geef ik de stewardess een beurt. Tja, dat hoor natuurlijk het hele vliegtuig en de stewardess holt dan ook naar de cockpit om te waarschuwen dat de intercom nog
aanstaat.
Tijdens deze sprint struikelt ze over een tas van een passagier, zegt deze, … rustig aan maar, hij moet eerst nog poepen”.
Na zo’n introductie was het ijs helemaal gebroken, Herman en Huib konden niet meer stuk en we vervolgden na de koffie/moppen break volkomen ontspannen en gemakzuchtig.
Fred had de Col Raiser op het program had staan wat bijna vanzelf sprekend lunchen bij Rifugio Val d’Anna betekent alwaar ik me te goed deed aan de locale caloriebom, een soort pannenkoek gemaakt van eieren, boter, melk, suikeren bosbessen, ik heb het dan over hun befaamde Kaiserschmarrn mit Preiselbeeren, heerlijk.
Ondanks dat het erg koud was waren alle ligstoelen bij Val d’Anna bezet.
Door de zeer beschutte ligging en de zon was het ondanks de lage temperatuur gewoon
aangenaam en Piet genoot van een pijpje tabak, het leven was goed!
Tijdens de terug raakten we John en Herman kwijt, ze hadden een bocht(je) gemist en waren via de Belvedere terug gegaan i.p.v. over de Dantercepies, ze waren eerder thuis dan wij!!
Donderdag 21 januari, een lekker dagje in het zonnige gebied van Alta Badia.
De koffie break was bij Punta Trieste (de uiltjes) en ik was verrast door de zeer billijke prijs van m’n amaretto (€ 3,00) kom daar in Frankrijk maar eens om!
Daarna de zwarte Gran Risa (53%) afdaling naar La Villa gedaan, het laatste stuk was vrij pittig door de verraderlijke ijsplakken en na afloop bemerkte ik dat ik ook bovenbenen heb.
Rond het middag uur besloten om bij La Brancia te stoppen voor de lunch, het was er druk
maar we konden net een vrij gekomen tafel bemachtigen tegenover een heerlijk snorrende kachel, ik deed me te goed aan een eenvoudige doch smakelijk bereidde Hamburger met frites, de frites deelde ik samen met Fred, simpelweg omdat ik me met de dag dikker voelde worden dus enige matiging noodzakelijk werd.
Na de lunch nog even op het terras wat zonnen stralen op te pikken, de kou viel mee.
Vrijdag 22 januari, Kronplatz stond op het ski menu, ik besloot niet mee te gaan.
Het ski gebied van Kronplatz stond voor deze dag op de planning, dit is een favoriet van Simon. Om daar te komen moet je de bus pakken, een tochtje van pakweg een minuut of twintig (en ook weer 20 minuten terug). Theoretisch dus 40 minuten bussen maar als het
even tegen zit veel langer want bussen hebben de neiging om net weg te rijden als je
bezweet met je skies aan komt rennen, dit alles betekent dat je altijd ‘krap’ in je tijd zit, lunchen gebeurt, als er überhaupt tijd voor is altijd in grote haast, niets voor mij dus!
Wat nu, als ‘afvallige’ moest ik mij bij een andere groep aansluiten, in je uppie skiën vind ik maar niks.
Ik koos voor de groep van Gerrie, Thea, Frank en Irma, waarom deze keuze?
Eenvoudig, zij zouden naar restaurant Fienile gaan dat zij een paar dagen geleden hadden ontdekt en dit was een nieuwe culinaire topper verzekerden ze mij, dit trok mij over de (culinaire) streep, ik wou hier meer van weten.
Deze groep staat bekend om z’n relaxte stijl, dat trok mij ook wel (voor één dag).
We begonnen om 09.15 en met een gematigd gangetje tuften we richting Belvedere wat tevens het verste punt van deze dag was, de lat lag niet hoog!!
De koffie break was bij Ristoro da Giusy, een veredelde snackbar maar prima voor een
warme amaretto.
Thea deed haar rugzak af en ik vroeg wat ze al zo met zich mee sleepte.
Welnu, de inhoud was niet gering, een kompas, mes, touw, isolerende thermo deken, een noodrantsoen dat in Siberië niet zou misstaan, een fluitje etc. etc, ik was gerust, met deze survival inhoud kon ons vandaag niets gebeuren.
De lunch in Ristorante Il Fienile monte http://www.fienilemonte.it/ is een omweg waard, neem lift 153 de Cinque Dita stoeltjes lift om er te komen.
Het is een piep klein restaurant maar met een grote sortering wijnen in een verbazingwekkende grote wijnkelder. Er zitten top wijnen tussen, helaas ook met top prijzen maar dat ter zijde, je kan ook per glas bestellen, een aanrader voor de oenofielen onder ons.
De gerechten zijn stuk voor stuk juweeltjes en de bediening is uitermate vriendelijk, een aanrader zo midden op de piste.
Na de lunch hielden Gerrie, Thea, Frank en Irma het skiën voor gezien en gingen terug naar Arabba, dit was wat te vroeg voor mij en na een hartelijk afscheid (het was heel gezellig geweest) besloot ik om nog even een extra stukje in te lassen en ging nog even naar Corvara. Zo rond half vijf kwam ik (niet moe) maar voldaan terug bij de Passo Campo longo lift, de laatste lift die je moet nemen om terug te gaan naar Arabba en kwam tot mijn verrassing het Kronplatz team tegen zodat we toch weer als complete groep terug gingen, natuurlijk vroeg ik
onmiddellijk ‘hoe was het in Kronplatz’, wat ze gedaan hadden, ging het een
beetje met de bus, enz. en …… hoe was hun lunch geweest?
Hun lunch was al wat ik had gevreesd, erg basic, zeg maar heeeeeel basic, geplaagd door tijdnood hadden ze een broodje bij de supermarkt gehaald, het was wel leen lekker broodje zeiden ze, mm, ik had het goed gedaan door deze ski beker aan mij voorbij te laten gaan
Zaterdag 23 januari. We waren van plan naar de Marmolade te gaan, die ontbrak nog op onze palmares maar heel klassiek, we gingen niet, het weer was te onbetrouwbaar het laag hangend wolkendek dat rond de Marmolade hing zag er (te) dreigend uit.
Het werd een dagje pionieren in het Val Gardena gebied alwaar we ook de laatste piste lunch gebruikten bij hotel restaurant Freina vlakbij de Campo Freina lift in Selva.
Dit bleek een goede keus, een heerlijke spaghetti della casa met scampi’s vergezeld van een flesje zuid Tiroler witte wijn (samen met Elly) van Kellerei Girlan en omdat het de toch de laatste dag ook nog een lokaal gestookt glaasje grappa als digestief, een waardig besluit van deze week.
Henk Buis
